Om de juiste technieken te leren is er veel oefening nodig. Elke techniek vraagt een verschillende handeling van de stick en lichaam. Om op de juiste manier de technieken van spelen van de bal aan te leren moet je eerst goed letten op je houding.
Waar moet je bij het spelen van de bal onder andere op letten met betrekking tot je houding?
- Staan op je voorvoeten (alsof je langzaam voorovervalt).
- Middelpunt van je gewicht boven je tenen.
- Licht gebogen knieën.
- Heup/bekken iets kantelen.
- Rug recht houden terwijl je vooroverbuigt (kantelen heup/bekken).
- Ellebogen naar buiten en op je “horloge” kunnen kijken.
Vasthouden van een stick?
- Linkerhand bovenaan de stick.
- Linkerhand stevig de stick vasthouden.
- Rechterhand ergens (afhankelijk van de techniek) op de overgebleven grip.
- Rechterhand los om de stick. Deze hand is ter begeleiding van en sturing van de stick. De V-grip genoemd.
- Platte kant van je af.
Je vindt hier informatie over alle verschillende technieken in de categorie spelen van de bal. Hieronder is een lijst van deze technieken. Klik op de techniek die je wilt leren om naar de bijbehorende pagina te gaan.
De oefeningen die bij de technieken van spelen van de bal kan je openen door op de naam te klikken. De 3 oefeningen zijn een basisreeks om de techniek aan te leren.
Spelen van de bal
Alle beschreven technieken bevatten een opeenvolging van de beschreven handelingen. Het moet een vloeiende beweging zijn waarin de volgende stappen kort na/tegelijkertijd met elkaar worden uitgevoerd. Onthoud goed dat elke techniek door iedereen net iets anders zal worden uitgevoerd.
Duw pass (de push is verleden tijd).
- 2 voeten naast elkaar.
- Gezicht naar voren.
- Linkerhand boven aan de stick, rechterhand halverwege de stick.
- Bal schuin rechts voor je voeten.
- Uitstappen met je linkervoet.
- Zet je voet ter hoogte van de bal. Tegelijk doe je:
- Door je knieën om vervolgens boven de bal uit te komen.
- Met je stick maak je een “boks” beweging om de bal te “duwen”
- Je raakt de bal met de platte kant van de stick ter hoogte van de haak.
- Na het duwen van de bal, wijs je na waarheen de bal moet gaan.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de duwpass.
Duwpass 1 | Duwpass 2 | Duwpass 3 |
Slag forehand
- 2 Voeten bij elkaar, haaks op de bal.
- Schouders in de richting van de gewenste richting.
- Beide handen bovenaan de stick.
- Bal schuin linksvoor.
- Uitstappen met links
- Zet je linkervoet ter hoogte van de bal. Tegelijk doe je:
- Door je knieën om vervolgens boven de bal uit te komen.
- Breng je stick naar achter waarbij je je haak niet boven je schouder laat komen.
- Zwaai je stick naar voren en sla je de bal.
- Gebruik je gewicht om “door de bal” heen te slaan.
- Je raakt de bal met de platte kant van de stick ter hoogte van de haak.
- Wijs na waar de bal heen moet.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de slag forehand.
Slag forehand 1 | Slag forehand 2 | Slag forehand 3 |
Slag backhand
- 2 Voeten bij elkaar, haaks op de bal.
- Schouders in de richting van de gewenste richting.
- Beide handen bovenaan de stick.
- Bal recht voor je rechtervoet. Leg hem iets verder dan de afstand van de slag.
- Ver uitstappen met rechts en ga diep door je knieën.
- Zet je rechtervoet in dezelfde lijn met de bal. Tegelijk doe je:
- Door je knieën om vervolgens ter hoogte van de bal uit te komen.
- Breng je stick naar voren (linkerschouder) waarbij je je haak niet boven je schouder laat komen.
- Zwaai je stick naar achteren en sla je de bal.
- Gebruik je gewicht om “door de bal” heen te slaan.
- Je raakt de bal met de bovenkant van de stick ter hoogte van de haak.
- Wijs na waar de bal heen moet.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de slag backhand.
Slag backhand 1 | Slag backhand 2 | Slag backhand 3 |
Flats forehand
- 2 Voeten bij elkaar, haaks op de bal.
- Schouders in de richting van de gewenste richting.
- Beide handen bovenaan de stick.
- Bal schuin voor je linkervoet. Ver genoeg om een grote stap ernaartoe te kunnen zetten.
- Ver uitstappen met je linkervoet waardoor je diep door je knieën moet.
- Zet je voet ter hoogte van de bal. Tegelijk doe je:
- Door je knieën om vervolgens ter hoogte van de bal uit te komen.
- Breng je stick naar achteren over de grond. Benut je stick om met de zwaai snelheid te creëren.
- Zwaai je stick over de grond naar voren in een soort vegende beweging. Je maakt een half rondje over het veld.
- Je raakt de bal met de platte kant van de stick net boven de haak.
- Gebruik je gewicht om “door de bal” heen te slaan.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de flats forehand.
Flats forehand 1 | Flats forehand 2 | Flats forehand 3 |
Flats backhand
- 2 Voeten bij elkaar, haaks op de bal.
- Schouders in de richting van de gewenste richting.
- Beide handen bovenaan de stick.
- Bal recht voor je rechtervoet.
- Uitstappen met je rechtervoet.
- Zet je rechtervoet in dezelfde lijn met de bal. Tegelijk doe je:
- Door je knieën om vervolgens ter hoogte van de bal uit te komen.
- Breng je stick naar voren over de grond. Benut je stick om met de zwaai snelheid te creëren.
- Zwaai je stick over de grond naar achteren in een soort vegende beweging. Je maakt een korte polsbeweging.
- Je raakt de bal met de bovenkant van de stick net boven de haak.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de flats backhand.
Flats backhand 1 | Flats backhand 2 | Flats backhand 3 |
Hoge bal/Scoop
- 2 Voeten bij elkaar, haaks op de bal.
- Schouders in de richting van de gewenste richting.
- Linkerhand boven aan de stick, rechterhand halverwege de stick (kan ook hoger als het prettiger voelt, kost wel meer kracht).
- Bal schuin linksvoor.
- Uitstappen met links
- Zet je linkervoet ter hoogte van de bal. Tegelijk doe je:
- Door je knieën om vervolgens omhoog te komen wanneer de bal geschept wordt.
- Schep de bal door met je stick onder de bal te komen en deze omhoog te liften.
- Wijs na waar de bal heen moet.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de hoge bal of scoop.
Scoop 1 | Scoop 2 | Scoop 3 |
Kaats
- Beide voeten uit elkaar
- Linkerhand boven aan de stick, rechterhand halverwege de stick
- Door je knieën
- Stick stilhouden als de bal geraakt gaat worden en bal door middel van het mikken van de stick de juiste richting meegeven.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de kaats.
Kaats 1 | Kaats 2 | Kaats 3 |
Liftpass kort of lang
- 2 voeten naast elkaar.
- Gezicht naar voren.
- Linkerhand boven aan de stick, rechterhand halverwege de stick.
- Bal schuin rechts voor je voeten.
- Uitstappen met je linkervoet.
- Zet je voet ter hoogte van de bal. Tegelijk doe je:
- Door je knieën om vervolgens boven de bal uit te komen.
- Met je stick maak je een “duw” beweging om de bal te “duwen”.
- Je duwt de bal in opwaartse richting in plaats van rechtdoor zoals bij de duw pass.
- Je raakt de bal met de platte kant van de stick ter hoogte van de haak.
- Na het duwen van de bal, wijs je na waarheen de bal moet gaan.
Met de onderstaande oefeningen kan je de basis trainen van de liftpass kort of lang.
Lift pass 1 | Lift pass 2 | Lift pass 3 |
Ben je niet op zoek naar de technieken van spelen van de bal? Wellicht ben je dan op zoek naar informatie over de volgende onderwerpen: Lopen met de bal, Aanname van de bal, Verdedigen, Trucjes.
Je kan ook terug naar het overzicht van technieken.